Wet VET, wat moeten we ermee?

Deel dit artikel

Bijna 20 jaar oud is-ie, de huidige energiewet. Dat we te maken hebben met een behoorlijk gedateerde wet, is dus wel duidelijk. Want ga maar na: er is in twee decennia flink wat veranderd in de energiewereld. Waar eind jaren negentig vrijwel alles nog draaide om centrale productie uit fossiele brandstoffen, kijken we nu vooral ook naar alternatieve bronnen als wind, zon en aardwarmte. De Gaswet en Elektriciteitswet 1998 kraken aan alle kanten en zijn dringend toe aan modernisering. Waar wacht de overheid nog op? 

Al in 2010 is het ministerie van Economische Zaken gestart met het moderniseren van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. Het doel was te komen tot duidelijkere en eenvoudigere wetgeving, met minder regeldruk voor bedrijven en minder lasten voor de overheid. Voormalig minister Kamp wilde STROomlijnen, Optimaliseren en Moderniseren en gaf het wetsvoorstel daarom de naam STROOM. STROOM strandde echter eind 2015 in de Eerste Kamer en de energiewereld was weer terug bij af.  

Te gevoelig onderwerp 

De minister kwam met een nieuw wetsvoorstel: de wet Voortgang Energietransitie (VET), waarin een aantal onderdelen uit het wetsvoorstel Stroom zijn opgenomen. Het is bij een voorstel gebleven, want de behandeling ervan kwam niet vóór het verkiezingsreces op de agenda. Na de verkiezingen verklaarde de Tweede Kamer het wetsvoorstel ‘controversieel’. Met andere woorden: het onderwerp is te gevoelig om er een besluit over te nemen.  

Jammer? 

De behandeling van de wet VET werd dus uitgesteld tot na de formatie van een nieuw kabinet. Jammer? Hmmm, de wet is nogal omstreden. De netwerkbedrijven worden in de nieuwe wet in een strak keurslijf gehesen en krijgen een vrij beperkte rol toebedeeld in de oh zo belangrijke energietransitie. Minister Kamp was van mening dat we het ontwikkelen van nieuwe ideeën en initiatieven aan de markt moeten en kunnen overlaten. Voor de netwerkbedrijven is volgens hem in dit traject een kleinere rol van betekenis weggelegd. 

Duwtje in de rug 

De praktijk leert echter dat marktpartijen en nieuwe ontwikkelingen vaak wel een duwtje in de rug nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan het kip-en-ei-verhaal van de laadpalen. Om elektrisch rijden een echte impuls te geven, was er een goed netwerk van laadpunten nodig. Maar zonder voldoende elektrische rijders waren laadpalen voor commerciële partijen niet rendabel. Met ElaadNL hebben de samenwerkende netbeheerders, waaronder Westland Infra, hun verantwoordelijkheid genomen en een flink aantal oplaadpunten gerealiseerd.  

Maar ook bij zo’n belangrijke innovatie als geothermie in de glastuinbouw speelt de netwerkgroep Juva een belangrijke rol. Een rol die we graag op ons nemen omdat de risico’s voor met name de pioniersprojecten voor de markt alleen soms te hoog zijn. Ontwikkelingen gaan daardoor lang zo snel niet als wenselijk én mogelijk is.  

‘Ouwe meuk’ 

De overheid moet nu toch echt haast maken met de wetgeving. Geen nieuwe wet betekent geen nieuw beleid en dat is een slechte zaak. Mijn voorkeur gaat uit naar een volledig nieuwe energiewet die de bestaande elektriciteit-, gas- en warmtewet vervangt. Het oplappen van ‘ouwe meuk’ heeft volgens mij weinig zin en biedt onvoldoende toekomstperspectief. Nederland loopt achter op het terrein van verduurzaming en Europa hijgt (terecht) in onze nek. Er liggen tal van kwesties waar de overheid nu snel een klap op moet geven om te voorkomen dat we nog verder achterop raken. Denk bijvoorbeeld aan het gasvrij maken van woningen. Gaan we daar nu wel of niet mee door? 

Profiteer ervan! 

Zolang het nieuwe kabinet het nog niet heeft opgepakt, zullen we het echter moeten doen met de oude wetten uit 1998. Maar ook hier geldt: elk nadeel heeft z’n voordeel. Het voordeel in dit geval is dat ondernemers en particulieren nog volop kunnen profiteren van (subsidie)regelingen, bijvoorbeeld voor zonnepanelen. Het is maar de vraag of nieuwe wetgeving ook zoveel ruimte vrijmaakt voor zulke kansen, dus: profiteer ervan zolang het nog kan!

Arno