Lange termijn afspraken of flexibiliteit…. Wat is verstandig om te doen?
Het gaat steeds sneller met de energietransitie en dat is een goede zaak. Je ziet het om je heen. Er verschijnen meer en meer zonnepanelen en windturbines. Elektrisch vervoer staat volop in de belangstelling, net als energiezuinig bouwen en besparen. Je voelt ook dat de hele houding ten opzichte van het halen van klimaatdoelstellingen en de circulaire economie een impuls krijgt.
Natuurlijk zijn er ook kanttekeningen te plaatsen bij het wel of niet halen van de doelstellingen op het gebied van verduurzaming en het opwekken van energie. Nederland doet zijn best, maar het wordt nog lastig om alles te halen.
Flexibiliteit
Tegelijk levert de verdere beweging naar verduurzaming ook kansen op voor de afnemers van elektriciteit. En zeker voor afnemers die flexibel kunnen omgaan met het toekomstige aanbod van elektriciteit. Want de elektriciteitsmarkt zal de komende jaren gaan veranderen.
Met de komst van meer en meer duurzaam opgewekte elektriciteit krijgen we eerst een situatie waarbij overschotten van elektriciteit ontstaan. Immers, bestaande centrales zullen naast duurzame opwekkers in bedrijf zijn. Dat betekent dat op zonnige en winderige dagen een overschot aan elektriciteit ontstaat. Dit omdat de centrale draait voor de eerder verkochte contracten. Daarnaast leveren de duurzame bronnen maximale capaciteit op. En dit ook nog eens allemaal tegelijk in een gebied waar voldoende wind en zon is. Deze situatie komt nu al regelmatig voor.
Lange termijn
Maar ook op langere termijn zal dit verschijnsel optreden. Bestaande centrales worden vervangen door duurzame alternatieven. Deze duurzame alternatieven zijn echter afhankelijk van de aanwezigheid van onder andere zonlicht en wind. Als de vraag naar elektriciteit even groot blijft als deze nu is (of zelfs stijgt), moet het opgesteld vermogen van de duurzame opwekkers altijd groter zijn dan de huidige basisvraag. Want het vermogen van zon- en windparken wordt veelal uitgelegd op een gemiddelde waarde. Op dagen dat er voldoende aanbod is van zon en wind, ontstaan er dan ook gemakkelijk situaties waarbij aanbod de vraag overstijgt. Andersom zal dit natuurlijk ook zo werken. Als er tekorten zijn, zijn deze er in grote mate, omdat alle opwekkers veelal tegelijk met hetzelfde probleem zitten.
Deze problemen kunnen allemaal opgelost worden door het toepassen van grootschalige opslag of energieconversie. De ‘batterijen’ of de processen die dit probleem kunnen oplossen, zijn nu eenvoudigweg te duur en worden gezien als de heilige graal van duurzame elektriciteit. Er wordt dan ook veel naar gezocht.
Mee bewegen of niet?
ECN heeft becijferd dat de vraag naar flexibiliteit door dit bovengenoemde verschijnsel tot aan 2030 zal verdubbelen en tot 2050 zal verdrievoudigen. Dit houdt in dat als er geen snelle oplossing wordt gevonden voor opslag of energieconversie, het aanbieden van, of het behendig omgaan met flexibiliteit buitengewoon interessant is. De behendige afnemer van overschotten lost een probleem op voor de duurzame opwekker. Tegelijk profiteert deze afnemer volop van lage prijzen die op zulke momenten ontstaan. In tijden van laag aanbod kan de behendige afnemer uit de voeten met minder elektriciteit. Elektriciteit zal nu een hoge prijs hebben en de behendige afnemer ontwijkt deze hoge prijzen. Bedrijven die gemakkelijk mee kunnen bewegen, zijn dan ook altijd beter af.
Dat brengt ons bij de vraag van lange termijn afspraken of flexibiliteit bij de afname van elektriciteit. Wat is nu verstandig om te doen? Het beantwoorden van deze vraag zit vooral in de mogelijkheid of u met uw bedrijf mee kunt bewegen of niet. Eén ding is wel duidelijk: de vraag naar flexibiliteit gaat stijgen, en daarmee ook de prijs.